Ruitenwissers en diodes op een EmpirBus™ DC module installeren

Bij het aansluiten van ruitenwissers moet een EmpirBus™ DC module met een minfunctie op de uitgangen worden gebruikt. Controleer het informatieblad om te zien welke kanalen op de module deze functie hebben. De minfunctie stuurt de ruitenwisser aan om de juiste parkeerstand te krijgen.

• De ruitenwisser moet worden aangesloten op een kanaal met een minfunctie
• Een ruitenwisser met 2 snelheden heeft slechts 1 wikkeling nodig die is aangesloten op een minkanaal
• Een diode is alleen nodig als het een wisser met 2 snelheden betreft en er slechts 1 wikkeling is aangesloten
• De minvoeding naar de ruitenwisser moet rechtstreeks op de min worden aangesloten, niet op een kanaal

Voorbeelden van het aansluiten van diodes vind je in de gebruikershandleiding van de NXT DCM. Diodes zijn nodig vanwege de hoge spanning die naar de open wikkelingen gaat. Dit zorgt voor bescherming tegen spanningspieken en verhoogt de stroomsterkte. Hierdoor wordt de snelheid van de ruitenwisser verlaagd en slaat de zekering na enige tijd af. Welke wikkeling moet worden aangesloten op de diode is afhankelijk van het merk en model.

Testprocedure

1. Sluit zowel de lage als de hoge-snelheidswikkeling aan zonder diode
2. Schakel de lage snelheid in
3. Koppel de hoge-snelheidswikkeling los en let op een snelheidsverandering
   • Als er geen verandering optreedt, ga je verder met stap 4
   • Als er een verandering optreedt, voeg je een diode in serie toe aan de hoge-snelheidswikkeling en ga je verder met stap 6
4. Schakel de hoge snelheid in
5. Koppel de lage-snelheidswikkeling los en let op een snelheidsverandering
   • Als er een verandering optreedt, voeg dan een diode in serie toe aan de lage-snelheidswikkeling
   • Als er geen verandering optreedt, is er geen diode nodig
6. Werk het configuratiebestand bij met EmpirBus Studio

OPMERKING: Het is niet mogelijk om diodes toe te voegen aan beide snelheden omdat hierdoor de functie voor de juiste parkeerstand wordt verwijderd.